Huisregels van de kinderboerderij

De belangrijkste regel op kinderboerderij De Ridder is dat zowel dier als mens een bezoek aan de kinderboerderij als plezierig ervaren.

Dit betekent dat sommige dingen niet mogen die mensen misschien heel leuk vinden om te doen, maar voor de dieren een slechte ervaring is. Over alle regels is lang nagedacht. Alle regels die op de kinderboerderij gelden zijn gemaakt om de veiligheid en het plezier voor dier en mens te bewaken. Wees voorzichtig in de omgang met dieren.

Volg altijd de aanwijzingen van het personeel of de vrijwilligers op. Wanneer er problemen of klachten zijn dan kunt u terecht bij een personeelslid. Houd u zich niet aan de regels dan kan in samenwerking met de wijkagent de toegang tot het terrein worden ontzegd.

U mag de dieren op onze kinderboerderij niet voeren. Dit heeft meerdere redenen.

  • De dieren raken door het voeren dominant naar elkaar, maar ook naar mensen toe.
  • Kleine kinderen worden omvergeduwd. Dieren schoppen en bijten elkaar.
  • Nu onze dieren niet gevoerd worden door bezoekers, kunnen alle kinderen rustig de weides inlopen om de dieren te aaien.
  • Ook hebben al onze dieren een dieet dat is aangepast aan hun behoeftes. Hierin zit alles wat ze nodig hebben en natuurlijk niets dat ze ziek maakt. Wist u bijvoorbeeld dat brood eigenlijk heel slecht is voor dieren?

Wij accepteren geen enkele vorm van pesterijen of discriminatie. Niet naar mensen en ook niet naar de dieren.

U mag geen alcoholische dranken drinken op de kinderboerderij.

Puppy’s tot 4 maanden zijn welkom in verband met socialisatie. Ze moeten wel aangelijnd zijn.

Verder mogen er geen honden op het terrein komen.

Er mag niet gefietst, geskeelerd of gevoetbald worden op het terrein van de kinderboerderij.

U mag niet roken op het terrein van de kinderboerderij.

De dieren mogen niet uit hun verblijf gehaald worden of opgetild. Onze dieren zijn mensen gewend maar kunnen onverhoopt wel een keer bijten of trappen. Het blijven tenslotte dieren.

Als u zwanger bent, adviseren wij u om met onderstaande zaken rekening te houden. Dieren kunnen ziektekiemen bij zich dragen die gevaarlijk kunnen zijn voor u en uw ongeboren kind.

Houd daarom rekening met het volgende:

  • U kunt tijdens uw zwangerschap beter niet in de geitenwei en in de stallen komen. Geiten en schapen kunnen de parasiet toxoplasmose (ook wel bekend van de kattenbak), maar ook andere ziektekiemen bij zich dragen.
  • In het voorjaar worden er weer jonge geitjes en lammetjes geboren. Deze periode vormt voor zwangere vrouwen een extra risico. Wij adviseren u om niet in de kraamstal te komen.
  • Wij adviseren u om de geiten en schapen niet te aaien en contact met de mest, stro en voer vermijden.
  • Vermijd ook contact met mest van andere dieren.
  • Was altijd goed uw handen met water en zeep na een bezoek aan de kinderboerderij of voordat u iets gaat eten.