Onderzoeken Luitje Broekemastraat
Op deze pagina vindt u een overzicht van de onderzoeken die zijn uitgevoerd voor de Luitje Broekemastraat 35. We vatten de onderzoeken hieronder kort samen.
Bij veel onderzoeken horen pdf-rapporten. Wilt u een of meerdere rapporten ontvangen? Stuur dan een mail naar ontwikkellocaties@purmerend.nl.
Op de Archeologische verwachtings- en beleidskaart is weergegeven in welke gebieden in de stad archeologische resten in de grond aanwezig kunnen zijn. Daarvoor is het grondgebied van de stad verdeeld in zones met een hoge, middelhoge en lage archeologische verwachting. Ook zijn er gebieden waar vast staat dat er geen archeologische resten meer in de grond zitten.
Om de archeologische resten te beschermen zijn beleidsmaatregelen gekoppeld aan de archeologische verwachting. Op de kaart is per zone aangegeven wanneer archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd als de grond door (bouw)werkzaamheden wordt verstoord.
In de figuur hieronder geeft de rode streeplijn de ontwikkellocatie aan. Naar aanleiding van de verwachtingswaarde te zien op de kaart is geen (nader) archeologisch onderzoek nodig voor deze locatie.
Er zijn geen elementen van cultuurhistorische waarde aanwezig binnen het gebied van de ontwikkellocatie.
In de periode januari-februari 2020 heeft het bedrijf Landview een bodemonderzoek uitgevoerd. Daaruit blijkt dat het aspect bodem geen belemmering vormt voor de herontwikkeling.
Er is geen aanleiding om de bodem nader te laten onderzoeken op asbest. Er is geen asbestverdacht materiaal aangetroffen. De locatie wordt als niet verontreinigd voor PFAS-verbindingen beschouwd.
De door bouwwerkzaamheden vrijkomende grond is vrij toepasbaar, dat wil zeggen dat grond die na of tijdens de bouw opgegraven wordt hergebruikt kan worden. Uit het onderzoek is tevens gebleken dat de locatie geschikt is voor nieuwbouw.
Gemeentebreed wordt geregeld onderzoek verricht naar de aanwezigheid van beschermde flora en fauna. Deze gegevens worden beschikbaar gesteld via de online applicatie FloraFaunaCheck.nl. Deze website wordt beheerd door Regelink Ecologie & Landschap, die elke 3 jaar gebiedsbrede onderzoeken uitvoeren. Uit aanvullend onderzoek is gebleken dat in de omgeving verschillende soorten vleermuizen foerageren. Voor geen van deze soorten zijn er echter aanwijzingen dat het foerageergebied dusdanig belangrijk is voor een verblijfplaats, dat met het verdwijnen van het foerageergebied het functioneren van de verblijfplaats in gevaar komt.
Verder ligt het plangebied van de 2 locaties (Koggenland en Luitje Broekemastraat) tussen 2 leefgebieden van paren buizerds in, die aan weerszijden van de stad liggen. Het bureau concludeert dat de aantasting van het gehele leefgebied van de buizerds als gevolg van de nieuwbouw zo klein is dat dit geen negatief effect heeft op het functioneren van het leefgebied. En dat daarmee de nieuwbouw ook geen negatief effect heeft op de overlevingskansen van de buizerd.
De gewone dwergvleermuis heeft een vliegroute bij de bomen. Het ontwerp voor de nieuwbouw wordt nu zo aangepast dat die vliegroute zo min mogelijk negatieve effecten ondervindt van de nieuwbouw. Daarmee willen we voldoen aan de bepalingen uit de Wet natuurbescherming.
Als u het rapport van Regelink Ecologie & Landschap wilt inzien, kunt u dit opvragen met een mail naar ontwikkellocaties@purmerend.nl.
De locatie is besproken met het waterschap. Zij zijn de beheerder van het water en de waterkant aangrenzend aan de ontwikkellocatie. Het waterschap heeft aangegeven dat er vanuit de waterkering geen belemmeringen zijn voor het ontwikkelen van de locatie, zolang er 5 meter afstand tot de teensloot aangehouden wordt. De teensloot is de sloot langs de dijk van de Ringvaart.
Smit Groen Advies heeft een Bomen Effect Analyse (BEA) gedaan. Zij adviseren om voldoende afstand tussen de bomen en de gevel van het gebouw te houden voor het behoud van de bomen.
Over de voor- en nazorg met betrekking tot de bouwwerkzaamheden adviseren zij als volgt:
Alle bomen worden gesnoeid vooraf aan de werkzaamheden. Tijdens sloop/bouw werkzaamheden moet het grasveld gebruikt worden voor opslag materiaal etc. Zo blijven de activiteiten op grote afstand van de bomen. Daarna zijn herstelwerkzaamheden aan het grasveld nodig. Bij bijna alle bomen moet rekening worden gehouden dat ook ‘met de handgraven’ te pas komt.
Een onderzoek naar bezonning, dus waar komt de schaduw en in hoeverre is dat nadelig voor de omgeving, kan worden uitgevoerd als de bebouwing bekend is.
Indien er meer dan 800 vierkante meter extra verharding gerealiseerd wordt, dus meer dan wat er nu al aan verharding is, zal 10% van het geheel aan extra verharding gecompenseerd moeten worden. Dat betekent dat er in dat geval extra water aangelegd moet worden.
Er wordt met de ontwikkeling op de Luitje Broekemastraat ca. 1000 vierkante meter verharding voor verkeer, gebouw en ondergrondse containers gepland. Op dit moment meet gebouw en verharding ca. 513 vierkante meter. Echter is dit tijdelijke bebouwing. Er wordt dus 1000 vierkante meter extra verharding aangelegd, waardoor ca. 100 vierkante meter compensatie nodig is.
Bij externe veiligheid gaat het om de risico’s door opslag, productie en het transport van gevaarlijke stoffen en/of het in werking hebben van windturbines en luchthavens. Aangezien het bouwen van woningen geen risicovolle inrichtingen mogelijk maakt is geen nader onderzoek noodzakelijk. Daarbij bevinden zich in de nabijheid van het plangebied geen risicovolle inrichtingen.
Het onderzoek naar wegverkeerslawaai zal uitgevoerd worden zodra vaststaat waar de gevellijn van het gebouw komt.
Er is onderzoek gedaan naar de stikstofdepositie op nabijgelegen natuurgebieden (Natura 2000).Uit dat onderzoek blijkt dat de voorgenomen bouw van 12 appartementen zowel in de realisatiefase (de bouw) als gebruiksfase (bewoning) niet leidt tot een te grote stikstofdepositie. Dit betekent dat er geen vergunning van de Wet natuurbescherming nodig is om de ontwikkeling mogelijk te maken.
Er is door onafhankelijk geotechnisch adviesbureau Crux B.V. gekeken naar de plannen. De nieuwbouw ligt op minimaal 45 à 65 meter van het dijkhuis. Trillingen door heien van funderingspalen zijn (als gekozen wordt voor heipalen) hier de voornaamste invloed. Vanwege de relatief grote afstand tot het dijkhuisje zullen de trillingen de vigerende trillingsrichtlijn SBR-A niet overschrijden Ook niet als het huisje zich in slechte bouwkundige staat bevindt en/of een slechte fundering heeft (SBR-A bouwcategorie 2 gevoelig). Het huisje ligt ruim buiten het te verwachten invloedsgebied voor trillingen, vervormingen, stabiliteit en grondwaterstanden.