Onderzoeken Torenmolen

Op deze pagina vindt u een overzicht van de onderzoeken die zijn uitgevoerd voor de Torenmolen 9. We vatten de onderzoeken hieronder kort samen.

Bij veel onderzoeken horen pdf-rapporten. Wilt u een of meerdere rapporten ontvangen? Stuur dan een e-mail naar ontwikkellocaties@purmerend.nl.

Op de archeologische verwachtings- en beleidskaart is weergegeven in welke gebieden in de stad archeologische resten in de grond aanwezig kunnen zijn. Daarvoor is het grondgebied van de stad verdeeld in zones met een hoge, middelhoge en lage archeologische verwachting. Ook zijn er gebieden waar vaststaat dat er geen archeologische resten meer in de grond zitten. Om de archeologische resten te beschermen zijn beleidsmaatregelen gekoppeld aan de archeologische verwachting. Op de kaart is per zone aangegeven wanneer archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd als de grond door (bouw)werkzaamheden wordt verstoord.

Er zijn geen elementen van cultuurhistorische waarde aanwezig binnen het gebied van de ontwikkellocatie.

In de periode januari-februari 2020 heeft het bedrijf Landview een bodemonderzoek uitgevoerd. Zij hebben hiervoor onder andere grondmonsters van de locatie genomen en deze zijn onderzocht in het laboratorium van het bedrijf Eurofins Omegam. Daaruit blijkt dat het aspect bodem geen belemmering vormt voor de herontwikkeling. In één van de 3 mengmonsters van de bovengrond (mengmonster van de boorpunten 1, 12 en 14) is een lichte verhoging van minerale olie aangetroffen. Daarbij zijn in dit mengmonster ook van zowel de boven- als ondergrond lichte verhogingen aangetoond voor PFAS en PFOA. De lichte verhoging van PFAS in de grond heeft geen invloed op de herontwikkeling van het terrein.

Rondom het schuurtje (met een asbestdak) is een NEN5707 verkennend asbest-onderzoek uitgevoerd. Analytisch is daarbij geen asbest in de grond aangetroffen. Er is geen aanleiding om een vervolgonderzoek uit te voeren.
Er zijn geen risico’s voor mens, dier en milieu, de bodem is geschikt voor nieuwbouw. Vrijkomende grond is niet vrij toepasbaar.

Gemeentebreed wordt geregeld onderzoek verricht naar de aanwezigheid van beschermde flora en fauna. Deze gegevens worden beschikbaar gesteld via de online applicatie FloraFaunaCheck.nl. Deze website wordt beheerd door Regelink Ecologie & Landschap.

Uit deze quickscan is gekomen dat er bij bestemmingsplan mogelijk een mitigatieplan opgesteld moet worden in verban met aanwezigheid sperwer (functioneel leefgebied). Dit betekent dat voor het indienen van het bestemmingsplan van de ontwikkellocatie er contact opgenomen moet worden met een ecologisch adviesbureau. Dit bureau zal dan nader adviseren over (de al dan niet aanwezige noodzaak van het opstellen van) een mitigatieplan. Dit is een plan om negatieve effecten van de ontwikkeling op de sperwer te verminderen of voorkomen.

Dit onderdeel hoeft in dit project niet nader onderzocht te worden. Er is namelijk geen kering (ook wel een dijk of een dam) in de nabijheid van project.

Als het plan meer uitgewerkt is zal een Bomen Effect Analyse (BEA) worden uitgevoerd. Daarmee worden de mogelijke effecten van de bouw of aanleg op het duurzaam voortbestaan van de bomen in beeld gebracht en weergegeven hoe de eventuele nadelige effecten tot een minimum kunnen worden beperkt.

Dufec heeft in november 2019 een parkeeronderzoek uitgevoerd op alle ontwikkellocaties, waaronder de omgeving van de Torenmolen. Het bureau heeft de parkeerdruk in de wijk gemeten op vijf verschillende momenten.Ga naar het parkeeronderzoek Torenmolen 2019.

De toename in het aantal voertuigbewegingen is door de aanwezige wegen structuur goed op te vangen. Gezien de opmerkingen van bewoners over de toegang naar de ontwikkellocatie is er gekeken naar de mogelijkheid om deze beter in te richten. Om deze toegang vriendelijker te ontsluiten wordt er voor de woningen 33-43 een gewijzigde inrichting toegepast. Hierdoor ontstaat een veiligere en ruimere situatie om elkaar met een voertuig te kunnen passeren.

Een eventueel onderzoek naar bezonning, dus waar komt de schaduw en in hoeverre is dat nadelig voor de omgeving, kan worden uitgevoerd als de bebouwing bekend is.

Indien er meer dan 800 m2 extra verharding, dus meer dan wat er nu al aan verharding is, wordt ontwikkeld op de locatie zal 10% van het geheel gecompenseerd moeten worden. Dat betekent dat er in dat geval extra water aangelegd moet worden.

Er wordt met de ontwikkeling op de Torenmolen ca. 4497 m2 verharding voor verkeer, gebouw en ondergrondse containers gepland. Op dit moment meet gebouw en verharding ca. 4309 m2. Er wordt dus 188 m2 extra verharding aangelegd, waardoor compensatie niet nodig is.

Bij externe veiligheid gaat het om de risico’s door opslag, productie en het transport van gevaarlijke stoffen en/of het in werking hebben van windturbines en luchthavens. Aangezien het bouwen van woningen geen risicovolle inrichtingen mogelijk maakt is geen nader onderzoek noodzakelijk. Daarbij bevinden zich in de nabijheid van het plangebied geen risicovolle inrichtingen.

Het onderzoek naar wegverkeerslawaai zal uitgevoerd worden zodra vaststaat waar de gevellijn van het gebouw komt.

Er is onderzoek gedaan naar de stikstofdepositie op nabijgelegen natuurgebieden (Natura 2000).Uit dat onderzoek blijkt dat de voorgenomen bouw van 35 appartementen en 5 grondgebonden woningen zowel in de realisatiefase (de bouw) als gebruiksfase (bewoning) niet leidt tot een te grote stikstofdepositie. Dit betekent dat er geen vergunning van de Wet natuurbescherming nodig is om de ontwikkeling mogelijk te maken.