Betje Wolff Museum is toegetreden tot het netwerk van de Canon van Nederland

Het Betje Wolff Museum is vrijdag 29 augustus 2025 toegetreden tot het netwerk van de Canon van Nederland. In dit netwerk werken musea en erfgoedinstellingen samen om de Nederlandse geschiedenis voor het voetlicht te brengen. Twee collectiestukken uit het Betje Wolff Museum zijn opgenomen als sleutelstuk en vertellen een verhaal bij het venster Sara Burgerhart.

Canon van Nederland

In vijftig vensters neemt de Canon je mee langs de belangrijkste gebeurtenissen, personen en voorwerpen uit de Nederlandse geschiedenis. Ieder venster staat voor een groter verhaal of een bredere ontwikkeling en kun je vanuit meerdere perspectieven bekijken.

Wethouder Pascal Verkroost: "Het is bijzonder dat het Betje Wolff Museum is toegetreden tot het netwerk van de Canon van Nederland. De Beemster was al onderdeel van de Canon van Nederland en dat nu ook het Betje Wolff Museum door de toevoeging van de twee sleutelstukken tot de Canon van Nederland behoort, is iets om trots op te zijn”. Voorzitter van het Betje Wolff museum Natasja Hooijer vult aan: “ Met de toevoeging van twee sleutelstukken verbindt het Betje Wolff Museum zich met trots aan het netwerk van de Canon van Nederland. Zo krijgt het verhaal van het Betje Wolff Museum een vaste plek in onze nationale geschiedenis.”

Sara Burgerhart

Het venster Sara Burgerhart verhaalt over rebelse vrouwen ten tijde van de Verlichting. De schrijfsters Betje Wolff en Aagje Deken publiceerden in 1782 een opmerkelijk en vernieuwend boek over de negentienjarige wees Sara Burgerhart: een jonge vrouw op zoek naar geluk en liefde. De inhoud is een pleidooi voor de ontwikkeling van vrouwen en daarmee vooruitstrevend.

Geselecteerde sleutelstukken

Een inktstel dat Betje Wolff en Aagje Deken gebruikten om hun boeken en brieven - en waarschijnlijk ook Sara Burgerhart - te schrijven vormt het eerste sleutelstuk. Hoe het schrijversduo exact te werk ging, is niet te achterhalen. Dat Wolff en Deken niet zonder elkaar konden, staat echter vast. 'Wij doen alles in compagnie', schreef Wolff dan ook aan een vriend over Deken, 'tot verzen maken in 't kluis.'

Een eerste druk van Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart vormt het tweede sleutelstuk. Het boek werd al snel na publicatie een groot succes. Lezers gingen op in Sara's zoektocht naar liefde en geluk. Sommigen bezochten het buitenhuis van het duo in Beverwijk, in de hoop een glimp op te vangen van de beroemde schrijfsters. En ook over de landsgrenzen werd het boek opgemerkt: het werd vertaald naar het Frans en Duits, in die tijd ongebruikelijk voor een Nederlands werk.

Betje Wolff Museum

Het Betje Wolff Museum is sinds 1950 gevestigd in de oude, voormalige pastorie in Middenbeemster en bevat een aantal stijlkamers. Betje Wolff-Bekker woonde er van 1759 tot 1777 met haar dertig jaar oudere man, dominee Adrianus Wolff. De dominee preekte en bezocht zijn gemeenteleden; Betje schreef. Ze had een eigen kamertje op zolder dat ze Kipperust noemde en schreef daar gedichten en artikelen en vertaalde werk van anderen. Ze publiceerde over de opvoeding van meisjes, met een nadruk op het stimuleren van hun zelfbewustzijn. Na de dood van haar man schreef zij veel boeken samen met Aagje Deken, haar levensvriendin. Onder andere de brievenroman Historie van Mejuffrouw Sara Burgerhart.

AFBEELDING: Van links naar rechts, voorzitter Betje Wolff Museum Natasja Hooijer, wethouder Pascal Verkroost en oud-voorzitter Betje Wolff Museum Aafje de Jong.

Afbeelding